Het loonbedrijf:

Het begon allemaal in 1954 op de boerderij aan de Jisperweg nr. 21. Gan Vlaar had een baan buitenshuis, hij was monteur bij Jorritsma in Purmerend. Hiervoor kreeg hij een bedrag van fl. 1,00 per dag. Daarnaast ging hij ‘s-morgens en ‘s-avonds bij enkele boeren te melken, hiermee verdiende hij ook nog eens fl. 1,00 per dag. Dit werd zijn startkapitaal.

Gan Vlaar had in die tijd een paard en in het voorjaar van 1954 was dit beestje ineens dood neergevallen. Een ander paard kopen dat vond Gan Vlaar niet zo’n goed idee. Hij wilde liever een tractor kopen want die hoef je niet te voeren en is bovendien niet moe te krijgen. Dus werd er een tractor gekocht, een Massey Ferguson en dan ook maar meteen een Maaibalkje erachter. Zo begon Gan Vlaar samen met zijn broer Joop Vlaar, het loonbedrijf.

Eén van Gan Vlaar zijn tractors was de Massey Ferguson 35, bijgenaamd de Teff. Zo’n ding kon alles en vooral met dijken maaien kleefde hij aan de glooiing vast. Met de twee mestwagens die erbij gekomen waren, werd toendertijd zeer arbeidsintensief gewerkt, Gan Vlaar zette een lege wagen neer, en drie man gooiden met de greep de mestwagen vol. Gan Vlaar reed de volle wagen het land in, en had inmiddels een lege neergezet om weer vol te gooien. Daar moet je in deze tijd toch ook niet meer aan denken!

In 1960 werd er een Taarup graskneuzer in bedrijf gesteld. De graskneuzer heeft vele jaren gedraaid en is pas in +/- 1984 weg gedaan en werd toen gebruikt om het blad af te slaan bij de rodebietenteelt. Zo begin zestiger jaren werd ook het machinepark behoorlijk uitgebreid: er kwam een Ford-Power met kraan bij, een paar Massey-Fergusons en een paar Fordjes: de Ford Dextra en de Ford Major en Super Major. Deze werden voornamelijk aangeschaft via Blauwboer en Kossen en Centraal in Noord- Scharwoude.

De eerste hooipers was de Massey Harris, een hooipers met een motortje erop. Gan Vlaar had speciaal hiervoor een jeep, welke er mooi voor kon rijden. In 1961 werd de hele Beemsterpolder uitgebaggerd, hierbij kwam behoorlijk veel grond op de kanten terecht. Gan Vlaar haakte hierop in en kocht een Fiat-rupsshovel. Gan Vlaar kon nu dus ook grond vlakken, dit leverde heel wat werk op. Gan Vlaar had in die nog steeds samen met zijn broer Joop een boerderij en een loonbedrijf. Gan Vlaar woonde aan de Jisperweg op nummer 21 en broer Joop op Jisperweg nr. 28. Maar z’n hart lag toch meer bij het loonbedrijf, en dat van broer Joop meer bij de boerderij. De jongens wilden liever elk hun eigen weg gaan, daarom hebben ze in het voorjaar van 1962 besloten om ieder zelfstandig verder te gaan.
Omdat de boerderij met land op Jisperweg 21 was, en het loonbedrijf verder uitgebouwd kon worden op Jisperweg 28, hebben de broers van plaats geruild. Vanaf die tijd runt Gan Vlaar alleen het loonbedrijf. Wel bleef broer Joop vaak bijspringen, evenals broer Piet dat jaren gedaan heeft.

Al dat materieel wat Gan Vlaar inmiddels had, moest toch eigenlijk onderdak staan. Daarom werd in 1964 begonnen met de bouw van een schuur. Ook had Gan Vlaar inmiddels twee man vast in dienst. De belangrijkste werkzaamhden in die tijd waren zomerdag: maaien, maaikneuzen, hooipersen en het inkuilen in silo’s; en winterdag vooral mestrijden en greppelfraizen.

Toch is er in al die jaren wel wat veranderd: dat maaikneuzen uit die tijd is later grassen met de graswagens en nog weer later met de hakselaar geworden, en het inkuilen in silo’s is veranderden in het maken van grote rijkuilen. Greppelfraizen wordt nog maar sporadissch gedaan, want het meeste land is gevlakt. Ook het hooipersen is tegenwoordig bijzaak geworden.

Nog even terug naar de eerste jaren aan de Jisperweg op nummer 28: Gan Vlaar zocht met z’n loonbedrijf naar verdere mogelijkheden. Er werd een rupskraan aangeschaft: de Yumbo Y-70 ( later werd dit de Yumbo Y-90).

Gan Vlaar had deze Yumbo een groot aantal jaren vast in dienst bij de wegenbouw, met een vaste machinist erop. Hij werkte voor de firma J.G. Nelis in IJmuiden. Op een gegeven moment vertrok de machinist en omdat Nelis goed ingewerkt personeel op de kraan vroeg wat er toen niet onmiddellijk voorhanden was werd de laatste Yumbo niet meer vervangen.

In 1969 werd de laatste zoon geboren, inmiddels bestond het gezin uit 2 zonen en 5 dochters. Midden jaren 70 kwam Adrie (de oudste zoon) na de middelbare school meteen thuis werken. Toen begon er gelijk weer het één en ander te veranderen. De graskuilen werden die tijd gemaakt met een Welger graswagen en een Ford Major als aanrijtractor. Maar omdat de boeren teveel begonnen te klagen over het handwerk bij het grassen werd en bij de Firma Kuiken in Emmeloord een John Deere shovel aangeschaft.

Ook moest de Massey-Ferguson eruit, deze werd ingeruild voor drie Samé tractors. Het gevolg was, dat er grotere graswagens bij moesten, want anders had de shovel niet genoeg te doen. Zo werd de eerste Taarup-graswagen gekocht. Deze bleek al snel aan de kleine kant, dus werd er een tweede aangeschaft.

Het lijkt erop alsof het loonbedrijf alleen van Gan Vlaar is, maar laten we Cisca Vlaar ook even niet vergeten. Op het bedrijf zelf reed zij alleen tractor, als de auto weer eens aangesleept moest worden. Maar zoals velen wel zullen weten, was zij degene die de telefoon altijd aannam, en het werk indeelde. Zij wist als geen ander om welk stuk land het ging, hoeveel er ongeveer afkwam, de juiste weg ernaartoe en hoelang ze daar ongeveer werk zouden hebben. De hele planning kon Gan Vlaar uitsteken aan haar overlaten!

Zo rond 1980 kwam zoon Adrie van de machinistenschool en hij wilde eigenlijk wel eens een nieuwe kraan. De oude mobiele kraan Castor werd toen ingeruild voor de eerste Poclain. Deze werd vooral gebruikt voor het sloten baggeren en al heel snel volgde veel werk voor het Waterschap in de Beemster, werk wat het bedrijf tot op heden nog uitvoert. Hiervoor hebben ze inmiddels twee Veenhuis keepers en een Liebherr Mobiele kraan met verlenggiek en een Hitachi Rupskraan.

Begin 1989 werd het eerste mestpendel-systeem aangeschaft van het systeem Baars. Dit kwam als volgt: het voorjaar 1989 was erg nat, je kon werkelijk met geen tank het land in. Vijf boeren uit de Beemster, Beets en Warder hadden samen een loonwerker in Zuid-Holland gebeld, en zo’n apparaat op de dieplader laten komen. Maar toen de machine hier een week aan de gang was geweest, moest deze weer terug naar Zuid-Holland. De loonwerkers gingen om tafel zitten, en vroegen zich af wie er idee in had om in dit nieuwe avontuur te springen, want eigenlijk wilden ze dit zelf ook wel. Gan Vlaar had niet veel tijd nodig: en zei, nu moeten we dit ding kopen! Dinsdags werd er gekocht en donderdags werd er al gedraaid. Die paar dagen waren nodig om een spuit, een waterpomp, een haspel en een slang te kopen. Hiervoor moest wel dwars door Nederland, letterlijk van Groningen naar Dodewaard, gereden worden wilde hij er één geheel van krijgen. Vervolgens werd er dubbellucht onder de tractor gebouwd en heeft Kraakman de hele zaak opgebouwd. En dat alles gebeurde in twee dagen! Zolang de nattigheid maar aanhield , had Gan Vlaar voorlopig werk zat, want bij droog weer kwam de tank natuurlijk weer op het land!

Het volgende probleem was de komende Mestwet: het mestuitrijverbod. Van het Ministerie mocht het systeem niet windgevoelig wezen. Gan Vlaar sprong daar op in en begon met het ontwikkelen van de sproeiboom. Bij dit systeem wordt de mest rechtstreeks op de grond gespoten.

In 1992 veranderde het één en ander binnen het bedrijf, zoon Adrie wilde graag uit het bedrijf stappen. Dit leek een probleem te geven want Gan Vlaar had nu geen opvolger meer. Dat is vooral jammer voor alle energie, welke Gan en Cisca Vlaar samen gestoken hebben in de opbouw van het bedrijf. Maar na urenlange, ja, zelfs dagenlange gesprekken, en een aantal slapeloze nachten werd er besloten dat dochter Wilma en schoonzoon Peter wel met het bedrijf verder wilden gaan. Zo kunnen we dus sinds 1 januari 1993 spreken van Loonbedrijf Vlaar en Twint!

De eerst aankoop van Peter en Wilma was de Sproeiboom, helaas heeft deze machine nooit officieel erkenning gekregen. Wel zijn er heel wat mestklanten mee verkregen en is er toch nog een aantal jaren flink wat mee gedraaid. Uiteindelijk is de sproeiboom in Oost Duitsland beland.

In 1994 begonnen Peter en Wilma al lekker hun draai te vinden op het bedrijf en er werd fors geïnvesteerd in het mest gebeuren; er werd een Baars Sleepslang Sleepvoet bemester, een Roelema Sleufkoutbemester en 2 Taarup Graswagens aangeschaft. In 1995 werd er een MF tractor 3645 aangeschaft, de aanschaf van een Fendt tractor werd zo duur dat we misschien met een goedkopere tractor het zelfde werk ook wel konden doen. Maar helaas, in de praktijk bleek dit niet het geval, de MF gaf zo de nodige problemen en werd 1997 weer ingeruild voor een Fendt tractor.

Eind 1998 werd er besloten dat Peter en Wilma het hele bedrijf over zouden nemen, broer Adrie en vader Gan werden uitgekocht en Peter en Wilma gingen vanaf december 1998 zelfstandig verder. En zo werd er lekker doorgedraaid. In 1999 werd er een betonpad aangelegd een rioolput geplaatst en de eerste Fendt Vario 716 werd gekocht.

Het bedrijf bleef fors investeren, in het jaar 2000 werd de Roelema mesttank ingeruild voor een nieuwe kaweco mesttank. Ook werden de Joskin Keepers ingeruild voor 2 nieuwe Veenhuis keepers Dit jaar kon het echt niet op, Jan Konijn vertegenwoordiger van Mechanisatiebedrijf Westfriesland kwam langs en vroeg ons of we er niet wat in zagen om te gaan maaien, volgens hem was hier voldoende vraag naar. We zijn aan het informeren geweest onder de klanten of dit inderdaad zo was en er werd besloten om te gaan maaien. Er werden 2 Kuhn maaiers aangeschaft, een frontmaaier en een achtermaaier en inderdaad, Jan Konijn had gelijk, er worden heel wat bunders gemaaid.

In de winter van 2001 werd op 18 Januari de eerste paal er in geslagen van het nieuwe bedrijfspand, de oplevering van het nieuwe bedrijfspand was op 14 mei. Een jaar later werd een M.H. Speciaalmachines gekocht, een hydraulische giek voorop de Fendt 716 met een extra vooras voor de giek, en met een reikwijdte van 8.2 meter.

Op 3 september 2003 werd de eerste paal er in geslagen van de nieuwe woning, en in hetzelfde jaar werd er ook geïnvesteerd in een nieuwe Liebherr 314 wielkraan, de oude Case Poclain kraan was aan vervanging toe. Een jaar later in 2004 werd de woning opgeleverd op 12 februari.

In januari 2007 hebben Marcel Krul & Marieke van Noort hun toetreding gemaakt in de Vennootschap en op 27 januari was daarom ook een opendag van het bedrijf.